maandag 1 november 2010

De gave van Pukman



Pukman heeft een vooruitziende blik. Letterlijk. Hij "voorspelde"bepaalde dingen, die ook echt uitkwamen. Beetje eng eigenlijk. Op een gegeven moment heb ik gezegd, dat hij maar niets meer moest vertellen.

Ik was 19 jaar en wij hadden ruim anderhalf jaar verkering. ik werkte inmiddels bij een andere werkgever. Toen wij nog samenwerkten, kwam hij mij altijd 's morgens ophalen en hij bracht mij ook weer thuis. Maar ik ben bij dat bedrijf weg gegaan en vond een andere baan. Pukman achtervolgde mij met allerlei waarschuwingen. "Kijk je uit, doe je voorzichtig, zal ik je ophalen?" Dat vond ik zo'n onzin.Ik ging elke dag met mijn brommertje naar mijn werk. Hij wilde het liefst dat ik niet meer op  mijn brommertje stapte. We kregen er nog ruzie over. "Wat een onzin", zei ik. "Laat mij toch eens met rust". Maar dat deed hij niet. Hij had een "voorgevoel".

Op een dag stond hij mij weer op te wachten na mijn werk. "Ik breng je thuis en ik wil geen commentaar", zei hij en was al bezig om mijn brommer in te laden. Toen werd ik boos. Hij moest hier maar eens mee ophouden en ik ging alleen naar huis. Dat moest hij ook maar doen. Maar hij reed gewoon achter mij aan. Het was december en het regende erg hard. Op een gegeven moment wilde ik binnendoor naar huis. We namen afscheid onder luid protest van Pukman. "Kijk je uit? Bel je als je thuisbent?" Nu was het nog maar 5 minuten naar mijn huis en beloofde braaf om hem te bellen. De regen sloeg in mijn gezicht en ik trok mijn helm over mijn voorhoofd. Naar de grond kijkend vervolgde ik mijn weg. Op een bepaald moment keek ik op om te kijken of ik al bij de bocht was, waar ik rechtsaf moest slaan. Er doemde een groot oranje vlak voor mij op en het volgende moment ben ik helemaal kwijt. Ik was buiten bewustzijn en toen ik bijkwam had ik het koud. Ik vond het ook erg nat. Ik was tegen een stilstaande vrachtwagen gereden en eronder geschoven. Gelukkig tegen de voorkant en niet tegen de achterkant, zei een agent later tegen mijn ouders. Ook een geluk dat ik mijn helm op had, anders hadden mijn hersens in mijn tenen gezeten. Met andere woorden ; Ik had het niet overleefd. Die vrachtwagen mocht daar niet staan en kreeg een boete voor fout parkeren.

Maar ik lag onder een vrachtwagen. In het donker en met regenachtig weer. Niemand zag mij. "Help, help", riep ik zachtjes. "Help, ik heb het zo koud." Ik hoorde verschillende mensen langs fietsen, maar niemand merkte mij op. Uiteindelijk hebben ze mij wel gevonden. Pukman hoorde maar niets van mij en belde mijn ouders. Allemaal verbaasd dat ik nog niet thuis was, hebben ze de politie gebeld. Toen was het ongeluk net gemeld. De politie was er en een ambulance en ik werd naar het ziekenhuis gebracht. Daar zag ik ook mijn ouders en Pukman. Helemaal ontdaan, maar daar heb ik op dat moment weing van meegekregen. Mijn gezicht was behoorlijk beschadigd, vooral mijn mond. Al mijn tanden waren door mijn onderlip gegaan. Het was een naar gezicht. Verder had ik alleen een gebroken knieschijf. Ik moest 11 dagen blijven en werd van mijn lies tot mijn tenen in het gips gegoten.

Twee dagen voor kerst mocht ik naar huis. In het begin kon ik niet zoveel. Maar alles went. Je zag ook niet dat mijn hele been in het gips zat. Met mijn mond ging het langzaam beter. Ik kon alweer wat vast voedsel eten, inplaats van vloeibaar. Het lopen ging ook steeds beter. Dat moest ik wel leren. Gelukkig had je vroeger broeken met wijde pijpen en niemand zag dat mijn been in het gips zat. We hebben ook wel veel gelachen. Ik wilde toch wel weg, naar de bios. Maar het was een hele toer om mij in de auto te krijgen. En in de bioscoop moest ik wel aan het gangpad zitten. Een been stak uit. We gingen ook winkelen, Pukman en ik. "Hoe is het met je houten been?", zei hij in een volle winkel. Ik krapte eens aan mijn been en zei: "Ik geloof dat ik last heb van houtworm". We lagen dan in een deuk, als de mensen toch wel een beetje misprijzend keken.

Na 6 weken mocht het gips eraf. Het is helemaal goed gekomen. Ik heb alleen nog heel lang last gehouden van mijn lip. Elke winter zwol hij op. Heel gek. Ik heb geluk gehad. Ik heb er niets aan overgehouden. Dankzij mijn helm. Ik heb er bij de kinderen altijd op aangedrongen dat zij een helm droegen. Het heeft uiteindelijk mijn leven gered.

Liefs Puk
 
 

4 opmerkingen:

  1. En nu luister je natuurlijk altijd naar hem he?

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Nou Puck dat bewijst weer eens dat we af en toe toch naar onze man moeten luisteren. fijne dag. Hélène

    BeantwoordenVerwijderen
  3. gelukkig is alles goed gekomen en zeker is het belangrijk een helm te dragen

    groetjes natanja

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat een lieve man heb je toch! Gelukkig is het goed met je afgelopen toendertijd!
    Enne, wat betreft die voorspellende gave.. doet hij ook de lottovoorspellingen?

    BeantwoordenVerwijderen